zaterdag 11 september 2010

Peren... peren en raad eens, nog eens peren

In bomen klimmen en fruit plukken. Op een ladder staan en een superhandig vangnetje op een uitschuifbare stang gebruiken om het gewenste fruit te plukken. Het is een droom van daginvulling.
De moderne fruitbomen mogen dan wel handiger zijn bij het plukken, die oude hoogstammen (zoals mijn grootmoeder het zegt) mogen er zeker wel zijn. Zeker als je beschikt over een uiterst handig plukinstrument. De soort peren die aan deze wel bepaalde boom (bij vrienden te vinden) hangt, draagt de welluidende naam van 'smoters'. Kleine vertaling voor de niet-westvlamingen onder ons. Peren die gemakkelijk papperig worden. Vandaar, men plukt ze best vooraleer ze rijp zijn. En nog beenhard (en ze komen hard aan als ze vallen)
De vrienden doen niet echt iets met de peren, behalve dan de rotte in het kippenperk gooien en zijn dus maar al te blij dat er een bestemming voor gevonden wordt.

De peren zelf zijn hier al gebruikt om in de pudding te doen (eerst de peren stomen en daarna met een laagje chocoladesaus in de pudding doen) en er is al confituur van gemaakt. Twee maal al, dus ik denk dat ik het confituurrecept al onder de knie heb. De eerste try-out was veel te zoet, de tweede keer was ze ideaal van smaak. (de grootouders zijn proefkonijnen van dienst)

Vandaag dus begonnen aan de buit van donderdag...
Aan deze peren wordt er anders niet gekomen, geen behandeling, geen insecticide, niets. Dus ze zijn niet altijd even gaaf of net. En beestjes vinden ze overduidelijk ook wel lekker.
(het is wel ongelooflijk zielig als je net het wormpje in twee snijdt als je de peer in twee deeltt)

Puur natuur zoals ze zeggen!




Recept kan ook teruggevonden worden in 'Ons Kookboek', maar zoals elke kok zijn er wel wat aanpassingen gebeurd.

Benodigdheden:

-600 gram suiker op 1 kilo gesneden peren (mag zeker wat minder zijn)
- kaneelstokje

Snij de peren in schijfjes (of kleine stukjes, maar ook niet te klein), giet er de suiker op en laat een nachtje trekken.

Morgenstond geeft goud in de mond en dus 's morgens de confituur maken. Schep de brokjes uit het suikerige sap en doe ze in een pot, deze worden er maar achteraf weer bij toegevoegd. Giet het sap in een kookpot, zorg ervoor dat de kookpot zeker hoog genoeg is, het sap + brokjes mag maar tot aan de helft van de wand komen.
Nu komt het moeilijke, er moet constant in de pot geroerd worden anders brand het aan. Het zou een leuk experiment zijn om te testen hoeveel seconden je kan weglopen van het fornuis vooraleer de suiker begint aan te branden. Maar ik heb geen zin in extra schrobwerk en een stinkende smurrie die ik uit mijn kookpot moet zien te krijgen.
Zet dus de pot met het sap op het vuur en blijf roeren. Als het begint te koken voeg je het kaneelstokje toe. Laat het een eindje koken tot het wat dikker wordt en voeg dan de peren er aan toe. Let wel op voor spetterende confituur, zet het vuur dus niet te hoog, maar het moet blijven koken. Bij perenconfituur is het belangrijk om toch te zorgen dat het in de kookpot al goed aangedikt is, want ik heb ondervonden dat het in de pot niet zoveel vaster wordt. (in tegenstelling tot vijgenconfituur) Vergeet ook niet het kaneelstokje eruit te vissen vooraleer je begint aan de volgende stap.

Is de confituur de gewenste dikte (zorg wel dat je geen stroop bekomt), dan giet je de confituur in de vooraf goed droge en schoongemaakte lege bokaaltjes. Hiervoor gebruik ik een trechter met een brede mond ( diameter ongeveer 3 cm) en een scheplepel. Gieten is geen goed idee, het wordt al snel een kliederboel. Gelukkig is er een reddende engel in de vorm van mijn ma die mij weerhoud om zo een fouten te maken.

 Sluit de potjes goed af en draai ze op hun kop om te drogen. Vergeet vooral niet dat de potjes ook warm hebben...
Links de perenconfituur (een heel mooi kleurtje) en rechts de goed vaste vijgenconfituur die je ernaast kan vinden.
Koken... It's like magic!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten